Nieuwsbrief 5

Inhoud

  1. Korte berichten
  2. Van deze fase naar de volgende
  3. Het taalkundige onderzoek van klemtoonvariatie in bijbelse namen; wat en hoe
  4. Afmelden ('unsubscribe')

1. Korte berichten

a. Vragenlijsten insturen t/m 29 juli
De onderzoekers sluiten de inzameling van vragenlijstgegevens af aan het eind van de dertigste week. U kunt ingevulde vragenlijsten dus nog insturen tot en met zondag 29 juli, daarna niet meer. Als u nog een uitnodiging voor een nieuwe vragenlijst hebt liggen, dan werkt de link daarin nog wel op 29 juli, maar niet meer op maandag 30 juli.

b. Verzoek: opgeven van verschillende e-mailadressen die zijn gebruikt
Hebt u vanuit verschillende e-mailadressen aan het onderzoek deelgenomen? Wilt u die adressen dan opgeven aan info@onderzoekbijbelsenamen.nl, mocht u dat nog niet hebben gedaan? Zie hierover Nieuwsbrief 4 onder 2: http://www.onderzoekbijbelsenamen.nl/newsletter/fourth/.

c. Naam maken met namen
Opnieuw hebben deelnemers de negentiende, dus laatste namenlijst ingevuld. Dat waren in de afgelopen weken onder anderen Jacomina W. van Andel, Maria Clasina Baaijens-de Meulmeester, Will Bais, Agnes Boonstra, Rini Bos-Muns, Gerda van de Bovenkamp, Rita Bruning, Aly van der Deure, Huug J. van Duijn, Arjan van Dijk, Petronella J.C. Elema, Elizabeth de Groot, Henk Huiberts, Caroline Konings-van Drunen, André Liekens, René Melieste, Ernst Nagel, Iena Pals, Els Rademaker-Vos, Ellen Raven, Jan van de Ruitenbeek sr., Katinka Rusbach, Koos Strating, Wilfried Stuffis, Heleen de Vaan, Ludo Vercammen, Siebe Visser, Marco van der Wal, Peter Warnaar en Jos Weinberg.

d. Correctie: bijeenkomst op 17 november eindigt om 16.30 uur
De bijeenkomst van onderzoekers en deelnemers op zaterdagmiddag 17 november eindigt om 16.30 uur. Dus niet om 17.30 uur, zoals stond in Nieuwsbrief 4.

2. Van deze fase naar de volgende

Het onderzoeksproject komt in een nieuwe fase. Vorig jaar hebben de onderzoekers eerst de opzet ontworpen en proefvragenlijsten getest. Daarna kwam de periode van het verzamelen van vragenlijstgegevens. Die begon op 7 december 2011 en eindigt binnenkort, op 29 juli 2012.

In augustus begint de fase van het eigenlijke onderzoek. Dat heeft twee doeleinden: een praktisch (lexicografisch) en een wetenschappelijk (taalkundig).
Het praktische doel is om een woordenlijst van bijbelse namen te maken die als leidraad kan dienen voor iedereen die ze wil uitspreken. Het wetenschappelijke, taalkundige doel wordt hierna, onder 3, toegelicht.
Deze twee doelen hebben met elkaar te maken. Enerzijds wil de woordenlijst taalkundig verantwoord zijn. Anderzijds is het bij het taalkundige onderzoek van belang om te weten welke praktijken vooraf zijn gegaan aan de klemtoonkeuzen van vandaag.

De deelnemers raken tijdens het onderzoek niet buiten beeld. Uiteraard willen de onderzoekers de deelnemers graag informeren over de uitkomsten van hun werk.
Verder is heel goed mogelijk dat zij de deelnemers na kortere of langere tijd opnieuw willen raadplegen, over namen of over verwante onderwerpen.

De website www.onderzoekbijbelsenamen.nl blijft in ieder geval bestaan. Die krijgt wel een andere functie, doordat hij niet meer allereerst gericht zal zijn op gegevensverzameling, maar vooral op informatieverstrekking.
Ook het daarmee verbonden e-mailadres, info@onderzoekbijbelsenamen.nl, blijft bestaan. Deelnemers kunnen dus over onderzoekskwesties met de onderzoekers contact blijven opnemen.

De onderzoekers zullen zich in de komende maanden in ieder geval twee keer tot de deelnemers wenden.
Ten eerste zullen ze hun na de zomerperiode Nieuwsbrief 6 sturen. Daarin zal onder meer te lezen zijn hoeveel deelnemers het onderzoek van dienst zijn geweest en hoeveel vragenlijsten ze daarbij hebben ingevuld.
Ten tweede is er de bijeenkomst van onderzoekers en deelnemers op zaterdagmiddag 17 november in Utrecht.

3. Het taalkundige onderzoek van klemtoonvariatie in bijbelse namen; wat en hoe

Dialecten van het Nederlands verschillen op tal van punten van elkaar. Zo vinden we verschillen in woordenschat (ragebol naast bijv. kopstubber, doen naast doeë en helle), in zinsbouw (… dat Henk dit zal willen doen, naast ... dat Henk dit zal doen willen) en in woordstructuur (gekomen naast ekomen en komen). Op het niveau van de spraakklanken vinden we verschillen, zoals die in de uitspraak van de ‘r’ (men heeft het in dat verband wel over bijv. brouw-r, rollende r en Gooise r) of de ‘g’. Ook de uitspraak van tweeklanken als ‘ij’, ‘ei’ en ‘ou’, ‘au’ verschilt afhankelijk van streek en plaats en (binnen afzonderlijke plaatsen) soms van sociale groepering en leeftijd van de sprekers.

Tot nog toe bestond de indruk dat er maar weinig verschillen bestaan op het gebied van de klemtoontoekenning in langere woorden. En voor zover dergelijke verschillen gesignaleerd waren, dacht men dat ze golden voor specifieke woorden, meestal namen. Zo varieert de plaats van de klemtoon in aardrijkskundige namen als Kerkrade (Kérkrade of Kerkráde) en Schiphol (Schíphol of Schiphól). In het algemeen is er tussen Nederlandse dialecten maar weinig variatie in klemtoontoekenning en voor zover die bestaat, treedt deze variatie vooral op in namen. In dit opzicht zijn bijbelse namen erg interessant. De plaats van de klemtoon is onderhevig aan taalkundige krachten (allereerst de lengte van de naam en de opbouw van de afzonderlijke lettergrepen) en aan krachten van buitentalige aard, zoals allerlei soorten achtergrond van de sprekers.

Wat de taalkundige krachtenvelden betreft, is het de vraag of en hoe klemtoon samenhangt met verschillende typen woordvorm. De namen Maranata en Patara verschillen bijv. in het aantal lettergrepen, maar alle lettergrepen eindigen op de klinker a. Patara en Magadan hebben hetzelfde aantal lettergrepen, maar de laatste lettergreep in Magadan eindigt op een medeklinker. In Abagta is het niet de laatste maar de voorlaatste lettergreep die eindigt op een medeklinker.

Buitentalige grootheden die een rol kunnen spelen, omvatten de mate van vertrouwdheid met de Bijbel, met klassieke talen waaronder uiteraard het bijbelse Hebreeuws, het Aramees en het Oudgrieks en met moderne vreemde talen. Daarnaast gaan er mogelijkerwijs effecten uit van de taal- of dialectachtergrond van de spreker (Nederlands en/of Fries, de diverse dialectgroepen binnen beide talen). Wat daarmee veelal samenhangt, is de geografische herkomst van een spreker; en de geografische herkomst is soms weer verbonden met de bijbelvastheid, de godsdienstige of culturele achtergrond van een individu.

Interessant is tenslotte ook de mogelijke verknoping van taalkundige met buitentalige grootheden. Daaraan kunnen we aflezen of er verschillen zijn tussen groepen van sprekers die zodanig diep zijn dat er sprake is van verschillende klemtoongrammatica’s.

Wij proberen de bovenstaande vragen te beantwoorden op basis van de ingevulde vragenlijsten. Daarom zijn wij iedereen erkentelijk die de moeite neemt één of meerdere vragenlijsten in te vullen. Als blijk van dank zullen wij op 17 november a.s. de voornaamste bevindingen uit dit onderzoek op een hopelijk toegankelijke manier voorstellen.

Frans Hinskens, Björn Köhnlein en Marc van Oostendorp

4. Afmelden ('unsubscribe')

Het kan zijn dat u geen nieuwsbrieven meer wilt ontvangen. Stuurt u dan een e-mail met "Geen nieuwsbrieven meer" aan info@onderzoekbijbelsenamen.nl.